Parochie St. Werenfridus: verschil tussen versies

1.609 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Geen bewerkingssamenvatting
 
(16 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 26:
=== 1802-1842 ===
[[Bestand:Taminiau p 188-189.jpg|miniatuur|Tekening van de eerste katholieke kerk in Elst na de reformatie. Links van de kerk het oude boerderijtje van de familie Peters (Blondje).<ref>Taminiau, 1946, Geschiedenis van Elst, tussen pp. 188 en 189.</ref>]]
De nieuwe St. Werenfriduskerk, de derde in Elst, na de middeleeuwse kerk en de huidige Grote Kerk) werd gebouwd op de plaats waar nu de ingang is naar de appartementen boven de Dillenburg. Deze eenvoudige kerk kwam in 1802 gereed en toen werd de nieuwe parochie St. Werenfridus gesticht. De pastoor werd pastoor Obbenkaerte, die ook pastoor in Eimeren was. De kerk was driebeukig met aan het einde van de middenbeuk het priesterkoor met apsis. Naast het wit geschilderde en met goud gedecoreerde altaar stonden aan weerszijden een beeld van St. Werenfridus en van St. Willibrordus. Beide zijn tot de Tweede Wereldoorlog in de opeenvolgende kerken blijven staan. Vandaag de dag bestaat alleen het beeld van St. Werenfridus nog, dat staat in De Hoeksteen. Verder was de kerk volledig wit gestuukt en bevond zich achter het altaar een schildering van de gekruisigde Christus. Links van het priesterkoor was de sacristie en rechts de biechtruimte.
 
In 1812 overleed pastoor Obbenkaerte en volgde pastoor Erdkamp hem op. Zes maanden later stierf de eerwaarde heer alweerechter al en begin 1813 werd pastoor Van Driel – overigens niet afkomstig uit Driel – de pastoor van Elst. In 1820 werd hij benoemd tot professor der Retorica in Gemert en verliet hij Elst. In zijn plaats kwam pastoor Vos. Deze had van meet af aan al een moeilijke verhouding met de parochianen en met name het parochiebestuur. In de jaren 1820-30 heerste in verschillende parochies, zo ook in Elst, een laïcisme, oftewel lekenbewind. Leken, met name in het bestuur, hadden een dusdanig eigen kijk op het kerk-zijn dat ze het de pastoor haast onmogelijk maakten zijn functie uit te oefenen. De botsingen tussen parochianen en met name het kerkbestuur met pastoor Vos waren zo ernstig, dat de gezondheid van de pastoor eronder ging leiden. Na dit toch nog 7 jaar vol te hebben gehouden vroeg hij in 1827 bij de aartspriester (de bisschoppelijke hiërarchie was immers nog niet hersteld) ontslag aan om gezondheidsredenen. De parochianen hadden pastoor Vos letterlijk weggepest.
 
Zijn opvolger werd in 1827 pastoor Roelofsen. Hij kende de situatie en maakte in de preek tijdens zijn eerste mis in Elst meteen duidelijk wat hij ervan dacht. “Je hebt een Vos weggejaagd, maar je hebt er een wolf voor teruggekregen.” Deze zin is nog generaties een gevleugelde uitspraak gebleven. Heel passend in de pastorale thematiek van herder en schapen. De schapen konden misschien een vos wegpesten, maar een wolf zeker niet. Het moest kortom maar eens afgelopen zijn met die eigengereide parochianen; de pastoor is de herder en het is de herder die de leiding heeft en niet de schapen.
 
==== Begraafplaats ====
Op 22 augustus 1827 werd een Koninklijk Besluit ondertekend dat vanaf 1829 verbood om binnen de bebouwde kom te begraven. Er moest een begraafplaats buiten het dorp aangelegd worden. Onder pastoor Roelofsen werd de huidige begraafplaats aan de Valburgseweg aangelegd, met kapel en doodgraverswoning. Nadien is de begraafplaats nog meerdere malen uitgebreid.
 
=== 1842-1908 ===
[[Bestand:Pastorie kerk zustershuis ca1900.jpg|miniatuur|De Waterstaatskerk rond 1900. Links ervan de nog bestaande pastorie uit 1877 en rechts het zustershuis uit 1876.]]
De parochie van Elst groeide zodanig, dat velen in de kerk geen plaats meer konden vinden tijdens de Missen, en soms met een plaats op het muurtje van de buren, de familie Peters, genoegen moesten nemen, alwaar zij van de preek weinig of niets konden verstaan. Om deze reden maakte pastoor Roelofsen zich sterk voor een nieuwe, grotere kerk. Deze werd gebouwd op een perceel enkele tientallen meters ten oosten van de bestaande kerk, op de plaats waar nu nog de kerk staat. Deze vierde St. Werenfriduskerk werd in 1841-42 gebouwd met steun van Rijkswaterstaat en wordt daarom de Waterstaatskerk genoemd.
 
Ook deze kerk was een eenvoudige driebeukige kerk, zij het dat de afwerkingen uitgevoerd waren in neoclassicistische stijl. De kerk had 440 zitplaatsen. Een groot deel van het meubilair uit de oude kerk werd meegenomen naar de nieuwe; zoals de preekstoel, het orgel, de koperen kaarsenkroon, de communiebank, doopvont en een deel van de banken.
[[Bestand:Interieur Waterstaatskerk.jpg|miniatuur|Het interieur van de Waterstaatskerk.<ref>Taminiau, 1946, Geschiedenis van Elst, tussen pp. 208 en 209.</ref>]]
 
Het altaar van deze kerk was vervaardigd door dhr. Hoornenman uit Elst naar het voorbeeld van het altaar in de kerk aan de Spinhuissteeg te Amsterdam, waar zijn broer pastoor was. In het hoogaltaar zien we in de ruimtes tussen de zuilen aan weerzijden van het tabernakel de beelden van St. Werenfridus en St. Willibrordus uit de oude kerk. Het lijkt erop dat het beeld van St. Willibrordus links staat, gezien de kleine mijter op dit beeld, wat betekent dat het beeld van St. Werenfridus rechts staat. Helaas valt dit net weg achter de kroonluchter. Op de pilaren zien we links en rechts van het priesterkoor de beelden van respectievelijk het Heilig Hart van Christus en het Heilig Hart van Maria. Deze beelden staan ook in de huidige kerk. Links, op een zuil voor het Heilig Hartbeeld, staat het beeld van de Heilige Antonius van Padua, dat ook in de huidige kerk terug te vinden is. Welk beeld er op de zuil daar tegenover staat is niet helemaal duidelijk. Het lijkt iets in de vooruit gestoken hand te houden, maar wat is ook onduidelijk. Op de zuil daarvoor is de fraai gedecoreerde preekstoel te zien. Waarschijnlijk is dit de preekstoel uit de oude kerk, want over een nieuwe is niets geschreven. De neoclassicistische voorgevel kende een fronton met daarin een gedenksteen. Deze gedenksteen bevindt zich nu tegen de buitengevel van de kerk aan de zijde van de Dorpsstraat.
 
Ondanks dat pastoor Roleofsen zich aankondigde als wolf, werd hij een zeer gerespecteerde pastoor. Tijdens zijn pastoraat werd ook in 1853 de bisschoppelijke hiërarchie hersteld en ging Elst weer bij het aartsbidsom Utrecht horen. Na een pastoraat van maar liefst 45 jaar overleed pastoor Roelofsen op 78-jarige leeftijd in november 1872. Hij kreeg een haast koninklijke uitvaart waarbij de hele parochie vertegenwoordigd was en als eerste priester werd hij op 9 november 1872 bijgezet in het priestergraf op ‘zijn’ begraafplaats.
 
==== Zustershuis ====
Niet lang daarna werd de al drie jaar in Elst aanwezige kapelaan Lowes aangesteld als opvolger van pastoor Roelofsen. Waar pastoor Roelofsen ‘de krachtige en stoutmoedige’ genoemd zou kunnen worden, kan pastoor Lowes ‘de liefderijke en zachtmoedige’ genoemd worden. Hij had in pastoor Roelofsen een goede leermeester gehad. In zijn pastoraat had hij speciale aandacht voor de armen en het onderwijs. In 1876 liet hij naast de kerk een ‘zustershuis’ bouwen, waarin Zusters van Liefde uit ’s-Hertogenbosch een jaar later hun intrek namen en een meisjesschool aanvingen. In 1877 werd aan de andere kant van de kerk de pastorie gebouwd. Het zustershuis heeft de Tweede Wereldoorlog niet overleefd, de pastorie vinden we vandaag de dag nog links van de kerk. Pastoor Lowes overleed na acuut ziek te zijn geworden in 1891.
 
Regel 50 ⟶ 49:
 
=== 1908-1944 ===
[[Bestand:Neogotische kerk.jpg|miniatuur|De neogotische kerk die in 1908 gereedkwam.<ref>Taminiau, 1946, Geschiedenis van Elst, tussen pp. 218 en 219.</ref> Aan weerszijden van de ingang bevinden zich gedenkstenen van de wijding van deze en de voorgaande kerk. Deze stenen zijn te vinden in de zijgevel van de huidige kerk.]]
In 1901 kwam pastoor Logtenberg naar Elst om pastoor Dievelaar op te volgen als herder van de Elster katholieken. Na 60 jaar werd ook de fraaie Waterstaatskerk te klein. De Waterstaatskerk werd afgebroken en op deze plaats verrees een statige en grote neogotische kerk met 924 zitplaatsen – meer dan twee keer zoveel als de waterstaatskerk – die in 1908 ingewijd werd. Ook nu werden de preekstoel, het orgel, de communiebank en de doopvont, maar ook de twee zijaltaren uit de oude kerk meegenomen naar de nieuwe.
 
Boven in de voorgevel bevond zich een beeld van St. Werenfridus, dat ook in de voorgevel van de vorige kerk een plaatsje had. Het beeld is geschonken op 5 juli 1861 door Petronella Hoogveld. Het heeft de Slag om Arnhem in september 1944 overleefd. Na de oorlog werd het beeldzorgvuldigbeeld zorgvuldig naar beneden gehaald, maar eenmaal aangekomen op de grond is het toch nog omgevallen en onherstelbaar beschadigd geraakt. Aan weerszijden van de hoofdingang bevinden zich gedenkstenen. De linker steen is afkomstig uit het fronton van de vorige kerk. De rechter gedenkt de bouw van deze kerk. Beide stenen bevinden zich in de zijmuur van de huidige kerk aan de zijde van de Dorpsstraat. Links op de foto is nog net de gang naar de pastorie zichtbaar.
 
Pastoor Logtenberg heeft onder meer het tabernakel van de nieuwe kerk ontworpen, in samenspraak met de beroemde bouwmeester Mengelberg. De drie gebrandschilderde ramen achter het hoogaltaar tonen links de Geboorte van Christus, rechts de Aanbidding der wijzen en in het midden de Verlosser aan het Kruis. Deze overleefden helaas de oorlog niet. De kruiswegstaties, geschonken door een parochiaan, overleefden die wel en zijn in de huidige kerk terug te vinden.
[[Bestand:Interieur neogotische kerk na 1920.jpg|miniatuur|Het interieur van de neogotische kerk na 1920.<ref>Archief RK Parochie St. Werenfridus, plnr. 34.</ref> In dit jaar is namelijk de preekstoel uit de oude kerk vervangen door het exemplaar op de foto uit het atelier de beroemde bouwmeester Pierre Cuypers. De reliëfs uit de preekstoel beelden het leven van St. Werenfridus uit en zijn te vinden in de hal van de huidige kerk.]]
 
In 1913 overleed pastoor Logtenberg. Pastoor Kool werd de nieuwe pastoor van Elst. Vanaf 1928 werd hij ook deken van het dekenaat Elst. Pastoor Kool liet de kerk verfraaien met een marmeren altaar en een nieuwe preekstoel, met daarop reliëfs die het leven van St. Werenfridus uitbeelden afkomstig uit het atelier van Pierre Cuypers. Ter gelegenheid van zijn zilveren priesterjubileum in 1917 kreeg hij een geheel nieuwe kerkvloer aangeboden. De zwarte en witte marmeren tegels op het priesterkoor vinden we ook in de huidige kerk terug.
 
In 1942 overleed pastoor-deken Kool. Hoe gewaardeerd pastoor-deken Kool was blijkt wel uit het feit dat bij zijn uitvaart 82 geestelijken aanwezig waren en de kerk overvol was. De door hem pas uitgebreide begraafplaats was versierd toen hij er in het priestergraf te ruste werd gelegd. Deze – samen met pastoor Roelofsen – belangrijkste pastoor uit de geschiedenis van de parochie werd opgevolgd door pastoor Van Esveld. Tijdens de Slag om Arnhem raakte de prachtige kerk ernstig beschadigd.
 
==== 1944-20082010 ====
Na de oorlog werd besloten de kerk samen met het zustershuis af te breken en een heel nieuwe kerk te bouwen. Pastoor Van Esveld stierf kort na de oorlog in 1947 en pastoor Koning volgde hem op. Onder zijn leiding werd de nieuwe kerk gebouwd, die op Werenfridusdag (14 augustus) 1951 werd ingewijd door mgr. Johannes Olav Smit, oud-apostolisch vicaris in Noorwegen en vanaf 1928 kanunnik van de St. Pietersbasiliek in Rome.
[[Bestand:Interieur St. Werenfriduskerk 1952.jpg|miniatuur|Het interieur van de naoorlogse kerk.<ref>Archief RK Parochie St. Werenfridus, plnr. 52.</ref> De foto is niet lang na de wijding gemaakt, aangezien de beelden nog niet zijn geplaatst.]]
 
In 1960 werd pastoor Lampe aangesteld als opvolger van pastoor Koning, die pastoor van Vilsteren werd. In de jaren 60 werden de eerste effecten van het Tweede Vaticaans Concilie (1962 – 1965) merkbaar in Elst. Kort na het concilie werd op het priesterkoor een tafel geplaatst vóór het altaar. Hierdoor werd het mogelijk de mis te vieren met het gezicht naar de parochianen. In 1969 werd het stenen altaar aangepast en geplaatst op een verhoging op de plaats van de tafel.
 
Regel 68:
 
Bijna aansluitend aan de grote verbouwing van de kerk werd ook de pastorie verbouwd. Er woonden geen geestelijken meer in het gebouw, en nu kon het gebruikt gaan worden als parochiecentrum. De ruimtes werden verbouwd tot kantoor- en vergaderruimten en ook andere activiteiten konden er plaatsvinden.
[[Bestand:Feest pastor Gerlach 1987.jpg|miniatuur|De versierde kerk voor het 40-jarig priesterfeest van pastor Gerlach in 1987. Foto gemaakt door koster Joop Clappers.]]
 
In 1987 vierde pastor Gerlach zijn 40-jarig priesterfeest en bij die gelegenheid nam hij afscheid van de parochie. Een jaar later werd pastor Sales de nieuwe pastoor van Elst. Ook onder zijn bewind werd het woord ‘pastoor’ niet gebruikt. Pastor Sales was niet de leider, maar de begeleider van de Elster parochie, die ook in deze periode een democratische en door parochianen gerunde organisatie bleef.
 
Regel 75:
In 2002 bestond de parochie St. Werenfridus 200 jaar en dit werd uitgebreid gevierd. In 2006 werd het 40-jarig priesterfeest van pastor Sales gevierd en een jaar later ging hij met emeritaat. Zijn opvolger werd pastoor Hermens. Het woord pastoor deed weer zijn intrede in Elst, al was dat voor velen wel heel erg wennen.
 
==== 2010-heden ====
In 2010 fuseerde de parochie St. Werenfridus met zeven buurparochies tot de parochie St. Benedictus. Pastoraatsgroep en locatieraad zijn de opvolgers van het pastoraal team en parochiebestuur in de Elster geloofsgemeenschap. De parochianen houden vanaf nu de parochie echt draaiende. De verkozen parochieraad uit de jaren 80 bestaat al lang niet meer. De parochiële organisatie lijkt weer iets ‘professioneler’ te worden. Pastoor Hermens was ook genoodzaakt om alle kerken in de parochie in liturgisch opzicht meer op één lijn te krijgen. In 2011 werd de St. Werenfriduskerk in Elst door de bisschop aangewezen als eucharistisch centrum van de parochie, wat betekent dat er elke zondag op een vaste tijd een eucharistieviering is.
 
Regel 83:
 
== Lijst van pastoors ==
''Zie hiervoor de [[lijst van pastoors van Elst]].''
''volgt nog''
 
== Lijst van proosten van het kapittel van de St. Werenfriduskerk ==
 
{| class="wikitable mw-collapsible"
=== Tot de Reformatie ===
{| class="wikitable mw-collapsible"
|+Proosten van het kapittel van St. Werenfridus
tot de Reformatie<ref>Taminiau, 1946, Geschiedenis van Elst, p. 29.</ref>
Regel 182 ⟶ 184:
|Theodorus de Weijttenhorst
|}
 
=== Titulair proosten na de Reformatie ===
Na de Reformatie verdween het kapittel als zodanig. De titel proost werd echter nog wel gedragen door een aantal personen tot na 1729. Deze dragers waren echter geen priesters maar wereldlijke, vaak adellijke, heren.
{| class="wikitable mw-collapsible"
|+Proosten na de Reformatie<ref>Taminiau, 1946, Geschiedenis van Elst, pp. 38-39.</ref>
!jaar/perdiode
Regel 229 ⟶ 233:
<references />
__INHOUD_DWINGEN__
[[Categorie:Religie]]
__NIETBEWERKBARESECTIE__
bureaucraten, marithaime-leden, beheerders
707

bewerkingen