Tempel van Westeraam
Gallo Romeinse tempel Westeraam
Wat ging er aan vooraf
Vanaf 1990 heeft Marithaime zich bezig gehouden met het gebied ten oosten van de spoorlijn, het latere Westeraam. In 1996 is een Masterplan voor het gebied opgesteld. In 1999 werd het bestemmingsplan Westeraam gepresenteerd. In februari 2002 is gestart met het bouwrijp maken van het westelijke deel (Groenoord), waarbij als eerste een dikke laag bovengrond tussen de spoorlijn Arnhem-Nijmegen en het archeologische monument De Hoge Hof werd verwijderd. Bij de aanleg van het zuidelijke deel van een watergang tussen Groenoord en De Hoge Hof ontdekten leden van Marithaime, de historische vereniging voor Elst en Lent, verschillende sporen uit een ver verleden. Voor een nader onderzoek werd, in opdracht van de provincie Gelderland, de afdeling Provinciaal-Romeinse Archeologie van de Radboud Universiteit in Nijmegen ingeschakeld. Zij onderzochten op 28 en 29 maart en 3 mei enkele sporen uit de ijzertijd of Romeinse tijd.[1]
Ten tijde van de vondst was het bestemmingsplan al door de provincie goedgekeurd, zodat van overheidswege niet meer in het bouwproces kon worden ingegrepen. De ontdekking stelde de GEM Westeraam dan ook voor onverwachte problemen. Hoe nu verder? Om inzicht te krijgen in de aard en de betekenis werd Bureau Archeologie van de gemeente Nijmegen ingeschakeld, dat op 5 juni 2002 begon met de opgraving.
Aanvankelijk werd nog gedacht aan de steen- en dakpanfragmenten restanten waren van een Romeinse villa, maar al snel bleek dat het om een monumentale Gallo-Romeinse omgangstempel ging. Daarvan zijn in Noordwest-Europa enkele honderden vindplaatsen bekend, maar er zijn weinig voorbeelden die een dergelijke bouwgeschiedenis als de tempel op Westeraam kennen. De resten van de bekendste Romeinse tempel in ons land liggen onder de Grote Kerk (Nederlands-Hervormde kerk) in het centrum van Elst, in vogelvlucht slechts 560 m ten westen van de tempel op Westeraam.
De ontdekking van de tempelresten in 2002 wekte bevreemding aangezien al in 1995 het gehele plangebied op archeologische waarden was verkend.[2] Toen is ook de locatie van de tempel aan de hand van een lichte concentratie steenfragmenten opgevallen.
Tijdens het archeologisch onderzoek (2002) is door de partijen herhaaldelijk gesproken over de mogelijkheid om ter plaatse de restanten van de tempel te conserveren, maar daar is van afgezien vanwege de slechte toestand van de funderingsresten. Agrarische activiteiten, de aanleg van enkele diepe sloten en in mindere mate het bouwrijp maken van het terrein hadden in voorbije eeuwen zoveel schade toegebracht aan de vindplaats dat het niet verantwoord was om het al in gang gezette bouwproces te stoppen. Wel zijn na de opgraving de dieper gelegen en niet onderzochte delen van de vindplaats met grond afgedekt, zodat toekomstige generaties archeologen met nieuwe methoden en technieken de in dit boek gepresenteerde resultaten kunnen toetsen en aanvullen.
Het tempelcomplex
Een van de grootste Gallo-Romeinse tempels kwam in 1947 aan het licht bij een opgraving onder de Nederlands Hervormde kerk van Elst. Deze tempel vormde ooit het hart van een belangrijke nederzetting op een kruispunt van wegen door de Betuwe. Op het platteland buiten die nederzetting, langs een weg naar het oosten, stond een kleinere tempel, op circa 500 meter afstand van de grote. De resten van deze tweede tempel zijn in 2002 opgegraven voorafgaand aan de bouw van deelplan Groenoord in de te bouwen wijk Westeraam.
De tempel is omstreeks 100 na Chr. in steen gebouwd, op de plaats van enkele houten voorgangers. Hij stond midden op een terrein van circa 50 bij 70 meter, dat met een houten schutting was omheind. Na ongeveer een eeuw in gebruik te zijn geweest, is de tempel geleidelijk tot een ruïne vervallen.
Op de funderingsresten van de tempel kan een plattegrond worden geprojecteerd die wordt gevormd door twee rechthoeken van 5,7 x 7,9 m en 13,2 x 14,2 m. Op de binnenste rechthoek stond het kerngebouw, op de buitenste de rondom lopende zuilengang. De zuilengang is aan de westzijde 1,2 meter breder dan aan de andere drie zijden. Hier lopen bovendien de noord- en zuidmuur van het kerngebouw iets door voorbij de westmuur. Dit wijst erop dat de tempel naar het westen geopend was
De analyse van de plattegrond van de tempel en het onderzoek van de bewaard gebleven bouwfragmenten leidde tot twee voor de reconstructie belangrijke conclusies.
* De zuilen die het lessenaarsdak van de omgang droegen, hadden eenvoudige, Tuskische kapitelen en waren circa 2 meter hoog. Omdat de dakrand hoger lag, moeten deze zuilen op een verhoging hebben gestaan. De rondom doorlopende fundering wijst er op dat de zuilen niet ieder een eigen plaatfundering hebben gehad, maar op een laag muurtje hebben gestaan.
* De voorzijde van de tempel was bouwkundig niet alleen in de plattegrond maar ook in de opstand geaccentueerd. De omgang werd hier onderbroken door een portaal met een zadeldak en driehoekig gevelveld. De hier toegepaste zuilen waren circa 3 meter hoog en hadden vermoedelijk rijker versierde, Korinthische kapitelen.
In de loop van de tweede eeuw na Chr. is aan de zuidzijde van de tempelomgang een kleine uitbouw toegevoegd. Waarschijnlijk op hetzelfde moment is recht tegenover deze uitbouw een gebouwtje van ongeveer dezelfde omvang opgenomen in de schutting aan de zuidzijde van het heiligdom.
Bron: www.romeinsereconstructies.nl/tempel-van-elst-westeraam
Met dank aan: Harry van Enckevoort, Ben de Croock (Uniepersuitgevers)) , Harrie Sanders
Wil je meer lezen zie:

Klik op afbeelding rechts: "In de schaduw van het Noorderlicht" om het gehele boekwerk te lezen
K. Peterse, Reconstructie van de Gallo-Romeinse tempel, in: H. van Enckevort & J. Thijssen (red.), In de schaduw van het Noorderlicht. De Gallo-Romeinse tempel van Elst-Westeraam, Abcoude/Nijmegen 2005, 51-63.
www.romeinsereconstructies.nl/tempel-van-elst-westeraam
K. Peterse, Die Rekonstruktion des gallorömischen Umgangstempels von Elst-Westeraam (NL), in: Th. Ganschow & M. Steinhart (Hrsg.), Otium – Festschrift für Volker Michael Strocka, Remshalden 2005, 285-294. [PDF]
K. Peterse, Reconstructie van de Gallo-Romeinse tempel, in: H. van Enckevort (red.), De Romeinse cultusplaats. Een opgraving in het plangebied Westeraam te Elst – gemeente Overbetuwe (Gld.), Nijmegen 2007 (Archeologische Berichten Nijmegen, Rapport 5), 39-48.
H. van Enckevort & K. Peterse, Erst Holz, dann Stein. Der gallorömische Tempel von Elst-Westeraam, in: M. Hegewisch (Hrsg.), Krieg und Frieden. Kelten-Römer-Germanen, Bonn/Darmstadt 2007, 273-276.
[1] Franzen 2002.
[2] Schute 1996, 19-20.