Westeraam, het gebied en boerderij

Uit Elsterclopedie

Westeraam, het gebied en boerderij

Het gebied Westeraam

Ontginning rond 1100-1300

In Westeraam was aan de ligging van pijpen en zegen te zien op welke wijze de ontginning was verlopen. De ontginning van woeste – en moerassige grond vond hier plaats vanuit vier hoger gelegen ontginningsbases. Vanuit Rijkerswoerd in zuidelijke richting, vanuit de omgeving van het Aamsepad in noordelijke richting, vanuit de huidige Rijksweg-Noord in oostelijke richting en vanuit de huidige Lingestraat in westelijke richting.

Landschap en bebouwing

Op de topografische kaart van circa 1865 is te zien dat het landschap in de eerste plaats bepaald werd door de manier waarop percelen door ‘pijpen’ van elkaar waren gescheiden. Plaatselijk waren er hoog opgaande bomen zoals iepen en populieren en elders bomen afgewisseld met lagere struiken zoals meidoorns. Deze lagere struiken vormden vee scheidingen in met name die gebieden van Westeraam waar de sloten in de zomer geen water hielden. Waar sloten winter en zomer wél water hielden functioneerden deze als vee scheiding. Van hoog naar laag en van zuid naar noord namen de hoogte en intensiteit van de kavelgrensbeplanting af. Naast de beplanting van de kavelgrens was het bodemgebruik bepalend voor het landschap van Westeraam.

Landbouw

Tot rond 1900 werden de hogere gronden in de Over-Betuwe en ook in Westeraam hoofdzakelijk gebruikt voor akkerbouw en de lagere gronden voor extensieve veeteelt. Op de hogere gronden die door eeuwenlang gebruik en bemesting met organische mest zeer vruchtbaar waren geworden, de zogenaamde zwarte grond, werd tabak verbouwd en kwamen boomgaarden voor. Er werden in die tijd ook veel paarden gehouden en hier en daar wat schapen. De agrarische productie in de Over-Betuwe vormde dan ook de basis voor handel in graan, tabak, fruit en paarden. Al in de Middeleeuwen werden hier veel paarden verhandeld met als hoogtepunt de traditionele Paardenmarkt, die tot op de dag van vandaag op de eerste maandag in september in Elst wordt gehouden. Daarnaast had Elst rond 1920 veruit de grootste fruitveiling van Gelderland: de Veilings-Vereeniging Over-Betuwe (V.V.O.B.).

Vanaf omstreeks 1900 veranderde het beeld van de Over-Betuwe en ook van Westeraam drastisch. De goedkope importen van zowel graan als tabak veroorzaakten een crisis in de landbouw met als gevolg dat veel akkerland werd omgezet in weiland. In de vorige eeuw zijn in de jaren ’30 veel opgaande bomen ten prooi gevallen aan de iepziekte en in de jaren ’50 en ’60 zijn in het kader van de ruilverkaveling wederom bomen en struiken verdwenen. Ontwatering, afwatering en verkaveling werden toen afgestemd op de eisen van de moderne grootschalige landbouw. Tenslotte verdween – gestimuleerd door kappremies – in de jaren ’60 een groot gedeelte van de hoogstamboomgaarden. Hiermee kwam een einde aan “De bloeiende Betuwe” die we kenden uit folders, ansichtkaarten, liedjes en bloesemtochten van ongeveer 1875 tot 1965. Dat alles maakte het landschap van Westeraam tot een open en weids landschap met hier en daar een enkele boom. Vanaf 2002 werden de woningbouwactiviteiten gestart.

Boerderij Westeraam  

Generatie Breunissen

Vanaf 1821 woonde het geslacht Breunissen op boerderij Westeraam. De familie was oorspronkelijk afkomstig uit Lunteren en via Arnhem kwamen ze uiteindelijk in de Betuwe terecht. Weduwe Breunissen trouwde met Barten uit Bemmel en verhuisde met de kinderen (Wessel, Derk, Jan) naar boerderij De Heuvel. De kinderen kochten boerderij Bredelaar. Wessel ging op Westeraam wonen in 1821. De boerderij was in eigendom. Derk bleef op Bredelaar wonen en Jan vertrok naar De Hoek in Ressen. Wessel leefde van 1788 tot 1873 en was tweemaal getrouwd. Eerst met Everdina Sanders. Uit dit huwelijk werden 2 dochters geboren en één zoon. Hun zoon Cornelis was later pachter van Landasoord en stamvader van Breunissen op de Tillenhof. Uit het 2e huwelijk met Johanna Kraaikamp werden 5 kinderen geboren waaronder zoon Hendrik. Hendrik trouwde met Jacomina van Olst en uit dat huwelijk werd zoon Hendrik Wessel geboren. Uit het huwelijk van Hendrik Wessel werd zoon Hendrik Jan Dirk geboren. Uit het huwelijk van Hendrik Jan Dirk werd zoon Wessel (5e generatie) geboren, de laatste bewoner van Westeraam.

De boerderij

Woonhuis (1897) met 2 schuren. Rechts de schuur uit 1850 en links de schuur uit 1807. Foto Feike Vlas 2002

Vroeger stond de boerderij aan Aamsestraat 15, tegenwoordig Rivierpolder 4. Het bedrijf was altijd een gemengd bedrijf geweest met runderen, schapen, akkerbouw en fruitteelt. De boerderij lag zoals alle monumenten in Aam op een terp. Het was een groot boerderijcomplex in een, voor de Betuwe, kenmerkende bouwstijl. Het moest ooit een rijk boerenbedrijf zijn geweest bestaande uit een markant woonhuis in een laat negentiende-eeuwse eclectische stijl en drie grote schuren, waarvan er één (de schuur achter het woonhuis) eind 2007 is afgebrand.

Rechts schuur uit 1807 en links schuur uit 1930. Foto Feike Vlas 2002
Rechts de schuur uit 1807 en links de schuur uit 1930. Foto Feike Vlas 2002

Twee schuren, de afgebrande schuur (uit 1850) en de daarnaast gelegen middelste schuur (uit 1807) waren ouder dan het woonhuis. Het woonhuis was in 1897 afgebroken en vervangen door het bestaande voorhuis. De eerste steen werd gelegd op 26 juli 1897. Volgens het kadaster was het bouwjaar 1890. In de jaren dertig van de vorige eeuw was de meest oostelijke schuur aan de boerderij toegevoegd. Deze laatste schuur (uit 1930) had nagenoeg dezelfde omvang als de twee eerste schuren. Bij elkaar vormden schuren, woonhuis en terrein met de bomen een indrukwekkend geheel. Verder werden er in de loop van de jaren nog 2 schuren gebouwd. Een houten schuur (uit 1927) dwars achter de middelste- en voorste schuur. Een stenen/houten schuur (uit 1950) aan de oostkant. Aan de bouw en details kon je zien dat de gebouwen in verschillende periodes zijn gebouwd. De middelste schuur (1850) had de laagste zijmuren en een oudere constructie van de deeldeur.

De oostelijke schuur (1930) had hoge zijmuren en een rechte geveltop in plaats van een wolfseind zoals de rest. In 1996 presenteerde de gemeente Elst een Masterplan voor het gebied Westeraam en in 1999 werd het bestemmingsplan vastgesteld. Het boerenbedrijf moest wijken voor een woonwijk. Het bedrijf werd verkocht (1994) aan een projectontwikkelaar en het boerenbedrijf verhuisde (1995) naar Nieuwolda (provincie Groningen). Enkele jaren later kwam er een sauna  (Thermen de Lingetuin). Bij de brand in 2007 ging de schuur achter het woonhuis verloren. GEM Westeraam sloopte deze schuur vanwege het instortingsgevaar en verwijderde in de periode erna diverse aan- en uitbouwen. In 2009 werd een passende bestemming gevonden. Het complex kreeg een zorgfunctie: Thomashuis en de Herbergier. Beide formules gaan uit van kleinschalige gezinsvervangende zorg. Het Thomashuis geeft zorg aan kinderen met een verstandelijke beperking. De Herbergier richt zich op volwassenen met geheugenproblemen. De verbouw startte in 2011.

Gebouwen

Kaart uit 1997. Geheel links staan de 2 stallen uit 1981 en 1989. Verder de 3 schuren bij het woonhuis en 2 losse schuren. www.topotijdreis.nl

Schuur (1850) voor vee (paarden en runderen) en hooi-stro opslag.

Schuur (1807) voor vee (runderen) en hooi-stro opslag.

Schuur (1930) voor jongvee en hooi-stro opslag. Verder garage en voederbietenopslag.

Schuur (1950) was werkplaats, paardenstal, kippenhok, machineberging.

Kaartje 1872. De groene delen zijn graslanden.
Kaartje 1872. De groene delen zijn graslanden. www.topotijdreis.nl

Schuur (1927) voor hooi -stro opslag, schapenstal, machineberging.

Westelijk van de boerderij lagen nog 2 stallen

1e stal (westelijk 1981) in gebruik als ligboxenstal voor melkkoeien.

2e stal (westelijk 1989) in gebruik als ligboxenstal voor jongvee.

Grond

Rond 1850 werden de eerste kadastrale gegevens van de boerderij vastgelegd:

Perceel 140  bouwland      5,7 ha?

Perceel 145  boomgaard    63,9 ha?

Perceel 146  huis/erf           31,5 ha?

Perceel 147  tuin                 16,7 ha?

Perceel 148  weiland          3,6 ha?

Perceel 149    bouwland        4,0 ha?

Opmerking: Wessel Breunissen heeft twijfels bij deze gegevens. Ook de grootte van het bedrijf (48 ha) betwijfelt hij. Alle gronden waren in eigendom.

Gewassen en veestapel

Het bedrijf verbouwde suikerbieten, granen, voederbieten, erwten en snijmais. Verder waren er runderen, varkens, paarden en schapen.Het bedrijf groeide tussen 1821 en 1995. In 1821 telde het bedrijf 48 ha en groeide in de loop der jaren uit tot 72 ha bij beëindiging (1995), Een deel van de grond (30 ha grasland) lag in de Aamse Polder richting Huissen. De gronden waren in eigendom en pacht. Rond 1981 had het bedrijf 30 melkkoeien, ongeveer 50 stuks jongvee, 15 ossen en 30 schapen. Aan grasland was er ongeveer 45 ha. Verder was er 17 ha akkerbouw (bieten, tarwe, snijmais) en 10 ha fruit (kersen, appels, pruimen, morellen).

Het bedrijf had altijd werknemers in dienst.

Beëindiging bedrijf in 1994

Het bedrijf was 72 ha groot waarvan 50 ha gepacht en 22 ha in eigendom. De gebouwen waren in eigendom.

Grasland 55 ha , akkerbouw 12 ha (bieten, tarwe, snijmais) en 5 ha fruit (kersen, pruimen).

De veestapel bestond uit 75 melkkoeien, 50 jongvee, 20 vleesrunderen en 100 schapen


Bronnen

Lezing Frits Hoogveld op 15 januari 2007 over boerderijen in Westeraam

Lezing Gerrit Mentink op 15 januari 2007 over grondgebruik in Westeraam

Beeldkwaliteitsplan gemeente Overbetuwe april 2010”

Boek “Het dorp Elst en de Elster buurschappen” 2004

Boek “Elster straten volgens Albert Nip, deel 1 Aam” 2022

Brochure “Westeraam, woonomgeving met unieke historie” 2004

Schriftelijke aanvullingen door Wessel Breunissen 2024